Dag 8: 13 augustus 2021, Gallo-Pilgrimsstad 22 km

Dag 9: 14 augustus 2021, huis van Rita – Pilgrimsvägen v.v. 2 km


Ik kom maar moeilijk op gang deze ochtend. Zouden het de Belgische biertjes zijn van de dag ervoor? Het is niet zo’n lang traject vandaag, dus ik besluit dat het oké is om pas na negenen te vertrekken.

Verder dan maar….Volgens “Ria” is er koffie voor pelgrims in de oude pastorie van Revsund. Daar verheug ik me op. Maar helaas, het gebouw is verlaten en gesloten. Het gidsje uit 2017 is echt aan een herziening toe. Van Revsund naar Pilgrimsstad is nog maar een kilometer of 10. Van gravelweg gaat de route weer over naar een bospad die de oever van het meer volgt. Heel mooi en heel stijl, hobbelig en met stenen en boomwortels. En heel veel muggen. Ik begin de Zweedse bospaden te herkennen.

Opeens lig ik op de grond met een stekende pijn in mijn enkel en een bloedend scheenbeen. Ik weet niet hoe dit is gebeurd, maar iets zegt me dat dit het dan was…Het scheenbeen is door een steen opensgehaald en gelukkig is de wond oppervlakkig. De enkel is er beroerder aan toe. Begint te zwellen. Na de ergste schrik maak ik de wond schoon en verbind deze. De route hier bestaat uitsluitend uit dit wandelpad, de kans dat hier nog iemand langskomt is nihil. Ik weet dat de Zweedse vrouwen vroeg zijn vertrokken en dat ze ergens voor mij lopen. Ik realiseer me de kwetsbaarheid van het alleen lopen in de natuur. Wat als ik met mijn hoofd op een steen zou zijn gevallen ?

Ik ben er wel even stil van en blijf nog maar even zitten. Volgens maps.me zal het nog ongeveer 4 km zijn naar de gravelweg, en daarna nog 4 km naar Pilgrimsstad. Ik probeer te staan en dat gaat wel maar het is behoorlijk pijnlijk. Met een slakkengang en veel pauzes ga ik verder over dit smalle paadje. Na ongeveer twee uur kom ik bij de gravelweg. Misschien kan ik vanaf hier wel gaan liften. Inmiddels is mijn enkel dikker en verlangt naar rust en ijs. Heb wel het vertrouwen dat het niet gebroken is anders had ik die 4 km toch niet kunnen lopen. Leuk plan, dat liften, maar er komt geen enkele auto langs. Ik overweeg om Rita, mijn gastvrouw te bellen. En wordt geconfronteerd met het simpele feit dat ik heel erg moeilijk om hulp kan vragen. Ik kan immers nog lopen . Dus loopt ik.

En kom ik uiteindelijk bij haar huis aan rond half zes. Heb je een fijne dag gehad, vraagt Rita? Nou, niet echt. De tranen houd ik nog net binnen als ik achter haar aan strompel naar het tuinhuis, 5 meter verder ligt het privestrandje aan het meer. Niet slecht….Ze helpt me installeren in een luie stoel met een ander stoel om mijn voeten hoog te leggen. Enkel is heel erg dik, en wond is nog steeds aan het bloeden. Dat ziet er niet goed uit. Rita komt met ijs voor op de enkel, en een kop koffie en chocolade. “Rita, you are my angel!!! “ Later brengt ze een overheerlijke maaltijd met een glas rode wijn>

Dan krijg ik bezoek van haar andere pelgrimsgasten die in het atelier slapen aan de andere kant van het terrein. Het blijken Peter en Marian te zijn uit Nederland, die een dag voor mij liepen (volgens de gastenboeken). Ze hadden de route van vandaag in tweeën geknipt en geslapen in Revsund. Heel verstandig. Had ik dat ook maar gedaan, dan had ik hier misschien niet zo gezeten met die enkel. Gezellig ervaringen delend terwijl we koffie met appeltaart krijgen als toetje. Op weg naar het toilet in Rita’s huis kan ik bijna niet meer staan. Ze maakt voor mij een bedje in het tuimhuis beneden op de bank, want ik weet nu even niet meer hoe ik naar de slaapverdieping moet klimmen. Ze brengt pijnstillers en wc papier. Ga vannacht maar lekker tussen de planten plassen, dan hoef je niet naar het huis te lopen om het toilet te gebruiken. Welterusten.

Ik wordt wakker al Rita met een dienblad met het ontbijt voor de schuifdeur staat. Peter en Marian komen gedag zeggen, goed ingepakt in regenpak, op weg naar Brunflo 22 km . Het weer is omgeslagen . Ik mag nog een dag blijven bij Rita. Heerlijk!! Wat een fijne plek voor een rustdag. In de ochtend zwem ik tussen de buien door. Mijn middaguitstapje bestaat uit de wandeling naar de pelgrimsbron, waarnaar het dorp (echt geen stad) genoemd is. Een kilometer lopen . Mijn gekneusde enkel mag in het borrelende water. Het water hier is genezend en vele wonderen zijn hier gebeurd in de loop der eeuwen. Voor mij wordt het hier kristalhelder dat dit een prachtige plek is om te stoppen met het Olavspad deel 1. Het is goed zo. Zijn met wat er is. Het verzet smelt in de borrelende bron, Volgende keer begin ik hier. Het pelgrimshart is geland in Pilgrimstad .

In de loop van de zondag brengt Rita mijn met de auto naar Ostersund. De laatste 40 km van mijn voorgenomen route in minder dan een uurtje. Ik check in bij de jeugdherberg. Met de Zweedse groep vrouwen heb ik afgesproken om te gaan eten om te vieren dat we in Ostersund aan zijn gekomen. Ze blijken vlakbij mij te overnachten in een luxr hotel met restaurent. Hier hompel ik met mijn stokken naar toe en laat ik me overhalen om een glas wijn te bestellen. Wat… 17 euro per glas…?

Tja, da’s echt niet grappig…maar wel erg lekker. Een van de Zweedse vrouwen denkt dt de hoge prijzen niet helpen om mensen minder te laten drinken. Alcoholisme is ook hier een probleem. Na een gezellig etentje strompel ik weer terug naar de jeugdherberg, waar nog een feestje gaande is.

Op maandagochtend neem ik de trein naar Sundvall, en de bus naar de plek waar onze touran staat. Ik rijdt naar camping Viking in Gallo en onderweg paseer ik allerlei plekken waar ik eerder liep.

Op camping Viking heb ik een stuga gehuurd pal aan het meer, en in de avond komt Henk aan vanuit Storlin met de fiets op de trein. Hier blijven we een paar dagen voordat we roadtrippend door het schittenden Zweden richting huis toe gaan. We hebben nog twee weken over. Wat fijn! Zweden heeft ons hart gestolen: de ruimte en de natuur is indrukwekkend en de (paar) mensen zijn superaardig.